Buurt- en zorgcoöperaties
Lang Leven Thuis: “Het hele plan gaat alleen werken als er een goede community omheen zit”
De afgelopen jaren heeft er in ons land een explosie aan buurt initiatieven plaatsgevonden. Van dorpscoöperaties tot stadsdorpen, steeds meer burgers verenigen zich in hun wijk, buurt, dorp of regio. Volgens expert Jasper Klapwijk, die in opdracht van Nederland zorgt voor elkaar bewonersinitiatieven in de metropoolregio Amsterdam ondersteunt, staat de teller inmiddels op meer dan 5.000. Deze initiatieven bemoeien zich met uiteenlopende activiteiten onder een gedeelde noemer: vóór en dóór de buurt. Zo hebben de meeste coöperaties wel een systeem waarmee beroep gedaan kan worden op de buur voor een huishoudelijk klusje, lift naar het ziekenhuis, of hulp bij de boodschappen. Maar sommige zijn ook bezig met het effectiever leveren van thuiszorg, of zelfs met de realisatie van woon- en zorgcomplexen.
Een voorbeeld van zo’n complex is de Lang Leven Thuisflat in Osdorp. Het is een van de tien Lang Leven Thuisflats in Amsterdam, maar de enige die is ontstaan uit een bewonersinitiatief. Op een vrieskoude maandagavond ging ik langs bij Ans Smits en Leo Schrader, bewoners en initiatiefnemers van het Lang Leven Thuisflat project. Hun dochter en mede-buurtbewoner Sascha Schrader zat ook aan tafel – als projectleider is zij degene die er de lakens uitdeelt.
Het begin
Toen Ans en Leo acht jaar geleden hun intrek namen in de seniorenflat was er geen bewonerscommissie, dus die zijn ze zelf begonnen. Ze zijn wat leuke dingen gaan organiseren zoals een burendag, een moestuin en zelfs een muziekfestival. “We houden van niet-stilzitten,” verteld Sascha. “En ja, Osdorp is wel gewoon een buurt die nooit leuk in het nieuws komt. Dus vanuit daar dachten we, weet je wat? Met zo'n festival gaan we het gewoon leuk op de kaart zetten.”
Maar daar bleef het niet bij. De commissie – die ondertussen tot stichting Omnibus is omgedoopt – wilde ook het leven ín de flat verbeteren. “Dat kwam doordat de bewoners jullie heel goed leerden kennen en met al hun problemen bij jullie kwamen aankloppen, hierdoor konden jullie bij mensen achter de kijken en hoorden de schrijnende verhalen ,” zegt Sascha. Zoals de 90-jarige bewoonster die mantelzorg leverde aan een 100-jarige buurvrouw, of bewoners die meerdere intakegesprekken op één dag hadden. In totaal kwamen er in de flat wel tien verschillende thuiszorginstanties over de vloer. Telkens een nieuw gezicht is pijnlijk want, zoals Sascha het uitlegt, “je krijgt best wel kwetsbare zorg. Iemand moet je onder de douche zetten. Je moet gewoon naakt, weet je.” Ans vult aan, “Dus voordat we eigenlijk met allerlei organisaties in aanraking waren gekomen, hadden we gezegd, we willen eigenlijk kijken of we weer gewoon ouderwets 24/7 de zorg terug in het pand kunnen krijgen.”
De marktwerking zorgt in de thuiszorg voor schrijnende gevallen: de kosten stijgen en het menselijk gezicht is verdwenen
Veranderende zorg in Nederland
Wat bedoelt ze precies met ouderwets? Tot 2013 waren er in Nederland verzorgingshuizen (ofwel bejaardenhuizen), maar vanwege de stijgende kosten in de ouderenzorg sloot het kabinet Rutte II ze. Tegelijkertijd veranderde de verzekering: waar voorgaand de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) ouderen verzekerden voor hun oude dag in zo’n verzorgingshuis werd dit in 2015 verkleind en versnipperd in drie schotten: (1) de Wet langdurige zorg (Wlz), (2) de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015), en (3) de Zorgverzekeringswet (Zvw). Mensen met een zorgzwaartepakket (ZZP) onder de 4 – de nummering telt van 1 tot 10 – vielen hier nu niet meer onder en werden dus niet meer vergoed voor huisvesting en zorg. Het gevolg was dat enkel de zwaarste gevallen nog terecht kunnen in een verpleeghuis en de rest van de zorg extramuraal geregeld moet worden. Dat wil zeggen, buiten de muren van het verpleeghuis, dus via thuis- en mantelzorg.
Het effect op de samenleving? Een grotere vraag naar zorgpersoneel, minder doorstroming in de woningmarkt, meer eenzaamheid onder ouderen en grote wachtrijen bij verpleeghuizen(1). Bovendien zorgt de marktwerking in de thuiszorg voor schrijnende gevallen: de kosten stijgen en het menselijk gezicht is verdwenen, zoals Ans en Leo ook in hun flat zagen. Kort gezegd is er een gapend gat ontstaan tussen zelfstandig wonen en de zware zorg in verpleeghuizen. ‘Ouderwetse verzorgingshuizen’ zouden een deel van dit gat kunnen dichten. Zo hadden Ans en Leo een buurvrouw die viel, haar stuitje brak en daarna nooit meer terugkwam. Ze moest het verpleeghuis in. “Alleen omdat ze een handje nodig had om naar de wc te gaan,” aldus Ans.
Buurt- en, zorginitiatieven
Met enkel verbeterde formele zorg redden we het echter niet, erkent ook Sascha. “Dat hele zorg hier in huis krijgen dat gaat wel lukken, maar dit hele plan gaat alleen werken als er een goede community omheen zit waar je dus een goede buur hebt die de informele zorg opvangt.” Ze vertelt over de cliënten waarmee hoogopgeleide zorgmedewerkers naar de bios gingen – omdat er niemand anders was die het kon doen. Of neem de twee dames uit de flat van Ans die wekelijks twee keer bij de dagbesteding zitten terwijl hun probleem eigenlijk eenzaamheid is. Om dergelijke gevallen structureel op te vangen is er een (zorgzaam) buurtinitiatief nodig.
Maar wat zijn buurtinitiatieven precies? Een buurtinitiatief is eigenlijk een parapluterm (net zoals een stadsdorp) waar verschillende categorieën onder vallen. Ieder initiatief kiest namelijk een eigen rechtsvorm: stichting, coöperatieve vereniging of geen rechtsvorm (een beweging of netwerk). De vorm is afhankelijk van wat het beste bij het initiatief past. Een ANBI-stichting kan bijvoorbeeld belastingvrije schenkingen ontvangen, maar bij een coöperatie zijn alle leden tegelijk de eigenaar, wat democratisch gewicht kan geven. Soms is het ook een combinatie. Een buurt initiatief kan als coöperatie beginnen en uiteindelijk met een stichting een buurthuis overnemen, zoals bij buurtcoöperatie De Eester. Goede voorbeelden (zoals de Eester) zijn wijdverspreid en krijgen ook veel media-aandacht. Zo kwam koning Willem Alexander op bezoek in Hengevelde en koningin Maxima in Austerlitz. Maar ook Hogeloon, Elsendorp en Klooster en Buren zijn inmiddels fameuze zorg initiatieven. Over het algemeen ontstaan dit soort initiatieven vooral op plekken waar voorzieningen ontbreken. Of, in andere woorden, plekken waar behoeften zijn die niet door de markt of overheid geregeld worden.
De politiek en systeempartijen erkennen dat buurtinitiatieven essentieel zijn voor de toekomst in de zorg, maar het lukt ze nog niet om ze te integreren in hun aanpak.
De toekomst
Deze bekendheid betekent echter niet dat de samenleving al gewend is aan burgers die de richting wijzen. Integendeel, burgers zijn structureel degenen die missen aan de vergadertafels en systeempartijen bewegen maar moeilijk met ze mee(2). Zo moesten de bewoners van de andere (niet burgerinitiatieven) Lang Leven Thuisflats uit de krant vernemen dat hun huis zou worden omgedoopt – met woede en ontzet tot gevolg. Daarnaast is Samen Hengevelde ontstaan uit een project dat misliep: Blijven Wonen in Hengevelde. Dit was een gepland woon- en zorgcomplex waarbij na vijf jaar werk (en een goed businessplan) de corporatie dwars ging liggen. “Het interesseerde ze simpelweg niet,” zegt Tim Jongman, destijds kartrekker van het project. En dat terwijl dit complex precies was wat de omgeving nodig had, vond ook de gemeente. Daarnaast maakt de opdeling van de verzekering in drie schotten het voor initiatieven ingewikkeld om gefundeerd buurtbewoners van zorg te voorzien. De geldstroom komt uit drie verschillende potjes en twee verschillende verstrekkers, gemeente en verzekeringen. De conclusie van Marcel Canoy, hoogleraar Gezondheidseconomie en Dementie aan de Vrije Universiteit (VU) en adviseur van de Autoriteit Consument & Markt (ACM), luidt dan ook dat politiek en systeempartijen wel erkennen dat buurtinitiatieven essentieel zijn voor de toekomst in de zorg, maar dat het ze nog niet lukt ze te integreren in hun aanpak(3).
Het is duidelijk dat wanneer gemeentes en zorginstellingen met bewoners aan tafel gaan, we een ander zorgplaatje krijgen. Die van een flatcoach bijvoorbeeld, zoals Sascha dat voorstelt. Iemand die in de flat bij iedereen langs gaat en de problematiek in kaart brengt. Die komt er dan achter dat een eenzame vrouw erg van breien houdt en koppelt haar aan de lokale breiclub. Zo ontlast je de zorg en dagbesteding. Dat is nodig want, zegt Sascha, “eenzame ouderen hebben wel iemand nodig die ze actief benadert. Uit zichzelf gaan ze niet naar bijeenkomsten.” De vraag voor de toekomst is echter of het systeem, de gemeente en betrokken partijen, zich hiernaar kunnen voegen…(4).
Voetnoten:
1) Roep om terugkeer verzorgingshuis steeds luider: 'Thuis wonen is doorgeslagen'. Zie meer
2) Waarom het niet opschiet met zorgzame buurten. Zie meer
3) Waarom het niet opschiet met zorgzame buurten. Zie meer
4) Waarom doen gemeenten niet meer met zorgzame buurten? Zie meer