Regeneratie
Regeneratie is geen ‘-isme’
Regeneratie is een houding van geest en hart die kijkt naar een bepaald gebied van het menselijk leven (economie, landbouw, politiek, genderverhoudingen, enz.), ziet wat niet meer werkt en vraagt: ‘Hoe kan dit ten goede veranderd worden, hoe kan dit meer leven ondersteunen?’ Het is dus sterk verbonden met de intentie om praktische veranderingen door te voeren die zoveel mogelijk mensen en levensvormen ten goede komen. Het laat zich inspireren door de wijsheid die veel inheemse volken eeuwenlang hebben bewaard, en het erkent ook de waarde van de moderne wetenschap – zolang deze op verantwoorde wijze en in dienst van de gemeenschap wordt toegepast. Regeneratie gaat ook heel erg over relaties – binnen je eigen geest en hart, met je buren in de gemeenschap en met het leven in al zijn vormen.
Omdat de regeneratieve aanpak zo breed toepasbaar is, is het niet echt mogelijk om haar binnen de grenzen van een specifieke filosofie te passen, omdat zij waarde en inspiratie vindt in elk wereldbeeld. In die zin is het geen ‘one-size-fits-all’ universele ideologie of theorie of ‘-isme,’ maar iets wat soms een ‘pluriversele’ benadering wordt genoemd. Jouw definitie zal verschillen van de mijne omdat we verschillende achtergronden en culturen en geslachten en geschiedenissen hebben, enzovoorts. Regeneratie is niet alleen iets wat je denkt; het is ook iets wat je voelt, doet en belichaamt, en het is heel gevoelig voor de eigenaardigheden van plaats, lokale contexten en culturen, ecosystemen en bioregio’s…
Ik zou zo nog wel even door kunnen gaan, maar ik neem aan dat je wilt horen hoe dit in de echte wereld van toepassing is. Laten we beginnen met iets basaals: de bodem.
De meeste mensen zonder landbouwachtergrond zien de bodem waarschijnlijk gewoon als vuil: iets smerigs dat verwijderd of bedekt kan worden door gras of andere planten, of zelfs beton. En zelfs sommige boeren zien de bodem als ‘slechts’ een grondstof, die moet worden ontgonnen vanwege zijn vruchtbaarheid. Maar daarin schuilt het probleem: het is door op deze manier met de bodem om te gaan dat we in de huidige crisis verzeild zijn geraakt. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN is een derde van de bodems op aarde al aangetast en zou ruim negentig procent aangetast kunnen zijn tegen 2050.www.fao.org Wat als we ons in plaats daarvan zouden realiseren dat de bodem de naam is voor een enorme verscheidenheid aan ongelooflijk complexe en dynamische ecosystemen, variërend van plaats tot plaats en over een bepaalde tijdsspanne? Het aantal organismen, van zichtbare wormen en insecten tot schimmels en allerlei onzichtbare bacteriën die in een gezonde bodem voorkomen, is eerlijk gezegd verbazingwekkend! Wat als we ons realiseerden dat het, met onze onvolmaakte kennis van deze ecosystemen, onze belangrijkste verantwoordelijkheid zou moeten zijn om bodems overal te beschermen en te voeden, zodat zij ons op hun beurt kunnen voeden?
Een toenemend aantal boeren die op een regeneratieve manier willen werken volgt deze aanpak. Of ze nu dieren telen of planten kweken, ze begrijpen dat de basis van alles het verzorgen van de bodem is. Zij erkennen de potentiële gevaren van het lozen van kunstmest en pesticiden in de bodem (en dus in het water). Ze weten ook dat het behoud en de versterking van de biodiversiteit niet ophoudt bij de bodem. Daarom gebruiken ze methoden zoals agroforestry of permacultuur, die de verscheidenheid aan gewassen en dieren op hun boerderijen vergroten. Ze kunnen ook de wilde soorten rondom hun boerderijen naar binnen halen en er zelfs mee samenwerken.
Een goed toegankelijk startpunt om meer te leren over het belang van de bodem en bodemecologie is de documentaire ‘Kiss The Ground’ en een paar voorbeelden van groepen die regeneratieve landbouw hier in Nederland ondersteunen zijn ‘We are the Regeneration’ en ‘Toekomst Boeren’. ‘Common Land’ werkt op een bredere schaal, die van landschappen, zowel in Nederland als in andere landen. En op meer lokale schaal zijn er veel voorbeelden van gemeenschapsondersteunde landbouw (CSA) initiatieven, die een regeneratieve of duurzame aanpak kunnen omvatten: twee waar ik aan heb meegewerkt zijn ‘Onze Groenteboer’, en ‘Hortus Populus’ in mijn woonplaats Bodegraven. Het CSA Netwerk verzamelt informatie over dergelijke initiatieven in Nederland – als je je handen in de aarde wilt steken, waarom kijk je dan niet of er iets bij jou in de buurt is?
Als je echt regeneratief wilt werken, ontkom je er niet aan om alle relaties tussen verschillende systemen op te merken.
Weet je nog dat ik zei dat regeneratie kan worden toegepast op elk gebied van het menselijk leven? Nou, ik vergat te vermelden dat het ook tussen gebieden van toepassing is. Dit komt omdat regeneratie zich niet zozeer bezighoudt met individuele dingen als wel met systemen en levende processen. Dus als je echt regeneratief wilt werken, ontkom je er niet aan om alle relaties tussen verschillende systemen op te merken. Landbouw is bijvoorbeeld diep verweven met de economie. Het is ook diep geworteld in de cultuur en de gewoonten van de plaats waar landbouw wordt bedreven. Ik begreep dit al eerder, maar het werd nog duidelijker tijdens een recente online leersessie Video hier beschikbaar voor de Regeneratie Coöperatie, waar ik deel van uitmaak. Max de Ploeg van Stichting Aralez vertelde hoe de huidige praktijken van de meeste westerse landbouw diepe wortels hebben in de koloniale geschiedenis, en nog steeds grotendeels een kolonialistische, extractieve benadering van de bodem en het leven in het algemeen in stand houden. Max merkte op dat eeuwen van kolonisatie hebben geleid tot het verdwijnen van de commons in Nederland, en dat de toe-eigening van land tot privébezit wereldwijd doorgaat. Deze (mis)toe-eigening verbindt landbouw met economische en politieke systemen, en houdt nauw verband met ideeën over het belang van gemeenschappelijk bezit die van vitaal belang zijn voor Amsterdam Alternative.
Deze verbinding tussen landbouw en economie is heel subtiel, en is een voorbeeld van het soort uitdagingen dat je begint te ontdekken als je een regeneratieve denkwijze aanneemt. Een andere link tussen politiek, economie en landbouw die duidelijker is, en op dit moment erg actueel in Nederland, betreft de stikstofcrisis. Door een combinatie van politieke besluiten om de Nederlandse landbouw te intensiveren (wat een toenemend gebruik van kunstmest met stikstof impliceert), die dateren van net na de Tweede Wereldoorlog, samen met EU-regelgeving rond beschermde natuurgebieden genaamd Natura 2000-gebieden, heeft de Nederlandse regering een aantal recente besluiten genomen die haar in conflict hebben gebracht met de belangen van veel boeren – we hebben de omgekeerde vlaggen gezien. Als gevolg hiervan is de politieke partij BBB onlangs prominent geworden.
Het is vrij duidelijk dat de stikstofcrisis geen probleem is dat makkelijk of snel zal verdwijnen, omdat het diep verbonden is met de hoge bevolkingsdichtheid van Nederland en met de manier waarop de landbouw momenteel georganiseerd is, met perverse stimulansen voor sterk geïndustrialiseerde en grootschalige activiteiten. Simpelweg voorstellen dat meer boeren regeneratieve methoden gaan gebruiken is ook geen toverstokje. Hoe kunnen we de situatie echt regenereren? Kunnen we manieren vinden om een diep en serieus onderzoek te starten naar de rol van de landbouw in de samenleving, met inbegrip van veel verschillende actoren (supermarkten, zuivelcoöperaties, zaadleveranciers enz.) en uiteindelijk elke Nederlandse burger?
Zo hebben we, beginnend met de bodem, onze weg gevonden naar de behoefte aan regeneratie in economie en politiek, hoewel we daar net zo goed hadden kunnen beginnen. Natuurlijk is regeneratie in de politiek en de economie ook een complex – zij het broodnodig – proces. Hoe dan ook zijn er in de economie meer tekenen die in deze richting wijzen dan in de politiek. Twee verwante benaderingen die het gesprek in de economie in een regeneratieve richting willen sturen zijn de degrowth-beweging (bijv. degrowth.info, www.jasonhickel.org/less-is-more); en Doughnut Economics. Beide benaderingen nemen twee zaken serieus die in het conventionele extractieve kapitalisme nauwelijks erkenning krijgen: het idee van planetaire grenzen aan menselijke activiteiten en de daarmee samenhangende noodzaak om sociaal rechtvaardige gemeenschappen op te bouwen. Als je in Amsterdam woont, ben je misschien ook op de hoogte van de Amsterdamse Donut Coalitie, en van het feit dat de gemeente Amsterdam haar ambities om in 2050 een volledig circulaire economie te zijn baseert op de Doughnut Policy: Circular economy. Natuurlijk kijken zowel degrowth als Doughnut Economics, afgezien van vele andere kwesties, naar de ongezonde overdaad van privaat versus publiek eigendom.
De politiek is helaas nog steeds niet bepaald regeneratief. Politieke discussies beginnen nu pas het concept van duurzaamheid serieus te nemen door middel van zinvol beleid en zijn nog steeds vooral gericht op de mens, in plaats van op het floreren en beschermen van alle levensvormen.
En hoe zit het met het onderwijs? Nou inderdaad! We weten dat de basis voor onze toekomstige samenleving wordt gelegd in het onderwijs, dus het belang daarvan kan niet genoeg worden benadrukt. Het zijn onze kinderen die de huidige staat van de wereld zullen erven, dus zullen zij goed toegerust moeten zijn om door de verstrengelde complexiteit ervan te navigeren. De uitdaging is dat de regeneratieve aanpak vaak vraagtekens zet bij bestaande structuren en instellingen (inclusief scholen en universiteiten!). Het zou dus geen verrassing moeten zijn, ook al is het teleurstellend, om te horen dat regeneratieve ideeën vooral zichtbaar zijn in kleine initiatieven, buiten de mainstream. Een van mijn collega’s van de Coöperatie heeft onlangs een poging gedaan om een kleine regeneratieve school op te zetten, met een geplande start in 2024 in Amsterdam. Helaas moest deze poging vanwege een aantal problemen voorlopig worden opgeschort. De vraag voor ons allemaal is: hoe kunnen initiatieven als deze slagen en meer geaccepteerd, meer mainstream worden? Want de behoefte daaraan is groot.
Er is nog zoveel meer waar we dieper op in zouden kunnen gaan – ik heb het nog niet eens gehad over regeneratieve architectuur, die veel aandacht besteedt aan de energie en materialen die worden gebruikt om gebouwen te maken (de bouw draagt ook bij aan de stikstofcrisis), of over de netelige vraag hoe we toerisme regeneratief kunnen maken, waar een vriendin van mij, Roos Gerritsma, aan werkt in haar Urban Leisure and Tourism Lab in Amsterdam Noord. Maar ik hoop dat je een idee begint te krijgen van hoe de regeneratieve lens kan worden toegepast op bijna elk gebied van het menselijk leven.
Het is je misschien ook opgevallen hoeveel vragen ik tot nu toe heb gesteld. Dit houdt verband met het inzicht dat nederigheid een belangrijk onderdeel is van de regeneratieve aanpak. Het betekent dat we nederig genoeg moeten zijn om te erkennen dat we, gezien de ongelooflijke complexiteit van verstrengelde levende systemen, zeker niet alle antwoorden hebben. Het is zelfs twijfelachtig of we wel de juiste vragen gesteld hebben. Daarom vraagt regeneratie ons om een stap terug te doen, om de tijd te nemen om ons af te vragen of de vormen van cultuur en beschaving die we de afgelopen eeuwen hebben opgebouwd eigenlijk wel zo gezond zijn, of dat er betere manieren zijn om ons in gemeenschap te verbinden met mensen en andere aardbewoners. Zoals ik al eerder zei, omvat dit ook de manieren van omgang met dieren, planten en landschappen die inheemse volkeren hebben geleerd door vele duizenden jaren in hun bioregio’s te leven. Deze meer verantwoorde ideeën over hoe levende wezens op bepaalde plaatsen gedurende lange perioden naast elkaar kunnen bestaan, kunnen op nuttige wijze worden gecombineerd met enkele inzichten uit de ecologie, psychologie en sociale antropologie om te laten zien hoe we deze ideeën op andere plaatsen en in andere tijden kunnen toepassen – zoals in het hier en nu!
Om de regeneratieve stap terug te zetten, om die nederige, onderzoekende houding aan te nemen, is het vaak nuttig om aan onszelf te werken – niet met de bedoeling om ons gewoon beter te voelen, want het kan een pijnlijke ervaring zijn om te leren hoe schadelijk sommige van onze vooronderstellingen over de wereld zijn. De intentie die ons door dat ongemak heen kan dragen naar een gevoel van hoop en doelgerichtheid is gebaseerd op het verlangen om niet alleen onszelf te helpen, maar ook de bredere gemeenschappen waarvan we deel uitmaken. In die zin stopt regeneratie nooit bij de grens van onze huid: het is altijd verweven met de behoeften en verlangens van anderen. Daarom gaat regeneratie ook fundamenteel over het opbouwen van gemeenschappen van samen denken en samen doen. Er zijn veel van zulke gemeenschappen, online, hybride en fysiek, en sommige gebruiken misschien niet altijd ‘regeneratief’ in hun titel. Zoals ik hierboven al zei, maak ik deel uit van de Regeneratie Coöperatie hier in Nederland, die samen dingen bedenkt en doet. Ik maak ook deel uit van andere groepen met een breed regeneratief doel, net als jij ongetwijfeld. Er zijn ook veel bredere netwerken: om er maar twee te noemen, het ‘Work that Reconnects Network’ en het ‘Transition Network’. En er is altijd de mogelijkheid om je eigen lokale netwerk te starten!
Wat is de volgende stap?
Voor degenen die hun weg vinden in een onderwerp door te lezen, is er een heel scala aan mogelijkheden – onthoud dat er niet één spreker of denker of groep is met alle antwoorden. En sommigen gebruiken de term ‘regeneratief’ of ‘regeneratie’ zelfs nergens! Drie van mijn favorieten zijn Daniel Christian Wahls Designing Regenerative Cultures, dat een groot deel van eerder gedachtengoed samenvat en dus een goed startpunt is voor verdere verkenningen (en voor het stellen van betere vragen); het prachtige Braiding Sweetgrass van Robin Wall Kimmerer, bioloog en lid van de Citizen Potawatomi Nation, dat manieren onthult waarop een inheemse kijk op levende wezens en gemeenschappen een wetenschappelijk perspectief kan aanvullen; en The Mushroom at the End of the World van Anna Tsing, dat het schijnbaar obscure onderwerp van de wereldwijde handel in matsutake-paddenstoelen aansnijdt en meerdere verbanden laat zien met migrantenidentiteit, commodificatie, schimmelecologieën en bosgeschiedenissen. En als je simpelweg ‘regeneratief [onderwerp]’ intypt bij een zoekmachine, kom je al snel een heleboel bronnen tegen. Houd in gedachten dat, in het bijzonder waar commercie deze onderwerpen kruist (zoals in de architectuur), ‘regeneratief’ waarschijnlijk een aspiratie beschrijft naar een aantal van de ideeën die de sleutel vormen tot een regeneratieve aanpak, omdat de economie en de zakenwereld zich nog in een vrij vroege fase van regeneratief worden bevinden. Je zult bijvoorbeeld veel taal vinden die gericht is op duurzaamheid en circulariteit, stapstenen op weg naar regeneratie.
Misschien heb je liever andere mensen om deze ideeën mee te bespreken. En dit opent een gebied waar onderwijs feitelijk een beetje meer regeneratief aan het worden is, aangezien de mogelijkheden om diverse onderwerpen te bestuderen, vooral online, als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten. Er zijn tal van cursussen beschikbaar – sommige met het label ‘regeneratief,’ andere niet. Ik werd bijvoorbeeld erg gevoed door een cursus van Advaya over verwantschap. Twee andere cursussen die me hebben geholpen op mijn regeneratieve reis zijn de ‘Regenerative Leadership Journey’ van Laura Storm; en ‘Designing Resilient Regenerative Systems’, gemaakt door het Systemic Design Lab van ETH Zürich, met bijdragen van Daniel Christian Wahl. En er zijn vele andere cursussen en vele andere wegen naar het hart van regeneratie.
Op een echt regeneratieve manier sluit ik af met enkele vragen. Er zijn zoveel wegen naar regeneratie en iedereen die ook maar een beetje om iets geeft, kan potentieel regeneratief zijn. Wat, van het hele wervelende, rommelige mysterie van verstrengelingen waaruit het leven op aarde bestaat, spreekt jou aan? Hoe kun je een beetje meer regeneratief worden?